Meer van het zelfde of metamorfose

11 maart 2019 door

Eigenlijk gaat dit stukje over vasten en opnieuw geboren worden. De 40-dagen na Carnaval tot Pasen vormen een tijd: niet van meer, maar van minder. Daarmee gaat het vasten dwars tegen de gangbare tendens van ons leven in. Meestal draait het bij ons om meer-groter-grootst. In de economie heet dat groei, schaalvergroting en maximalisering van winst. Altijd moet het niet snel maar veel sneller. Stilstaan is achteruitgang. En de politicus die verbaal even stilvalt, kan het wel schudden, de rapste praters met vaste riedels en one-liners stelen de show, ook al is lang niet ieder meer overtuigd.
Vasten, daarentegen, betekent temporisering, een zekere vertraging. Het is: een stapje langzamer, een vorkje minder, en twee lepels er bij: eentje met geduld en de andere met ‘es even stil zijn’. De eeuwenoude gedachte hierachter is, dat juist zo iets nieuws geboren kan worden, een verandering plaatsgrijpt, of een verrassende vernieuwing zich doorzet. Leven juist door de versterving heen. Allemaal lekker vaag, zul je zeggen, daarom grijp ik maar terug op een verhaaltje van Toon Tellegen, een fabel.

 

De rups en de lieve heer

De rups was aan het vasten, hij zat niet op een blad zich vol te eten, maar stilletjes langs de weg. Hij zei niemand gedag. Vreemd, want normaal had rups altijd het hoogste woord en schreeuwde hij al HALLO nog voor je hem had gezien. Alle dieren komen voorbij en proberen leven in rups te krijgen. Wat is er rups, ben je ziek? Rups zegt niks. Kun je niet opstaan, rups? Ik help je wel overeind, zegt mier. Maar rups laat zich even zo snel weer op de grond zakken. Anderen proberen hem in beweging te duwen, blazen, smeken, schelden. Zelf een schop onder de kont van rups mag niet baten.
Dan komt lieveheersbeestje voorbij. Eerst kijkt hij maar eens goed, zegt niks, doet niks, en gaat stilletjes zitten. Naast rups. Langs de weg. Zo zitten ze daar beide een dag. En een nacht. En nog een dag. En na drie dagen hoort lieveheersbeest zachtjes kraken. Dat was rups … die openging. Aha, zegt lieveheersbeest, ik wist wel dat je het in je had. Toe maar, wees niet bang. En in het licht van de eerste zonnestralen slaat vlinder zijn vleugels uit.

Ik wens ieder een goede tijd op weg naar Pasen