Boeddhistische onthechting, rumoer op de Dorpsstraat …

22 mei 2017 door

Vorige week ging de les in Groep 7 van OBS De Snip over het Boeddhisme, over prins Siddharta die ervoor koos om monnik te worden en heel sober en ascetisch te leven. Dat was wel opvallend. Want hij was een rijke prins, door zijn vader bestemd om de heerser van zijn land te worden. Daartoe was Siddharta zijn hele jonge leven lang ver weg gehouden van ziekte, armoede en verdriet. Pas toen hij 30 jaar was, zag hij voor het eerst in zijn leven een zieke en even later zelfs iemand die dood was. Hij wist tot dan toe niet eens dat dat bestond!. Ook niet wat armoede was. Daarom ging hij zich afvragen hoe een mens dan ooit gelukkig kan zijn, als je niks hebt ..?! Ook zelf voelde hij zich ineens niet meer zo gelukkig want hij was dan wel rijk, het ontbrak hem aan niets, maar wát als hij dat zou verliezen? Of zelf ziek zou worden? Of dat één van zijn kinderen zou sterven? Hoe kun je als mens ooit gelukkig worden en in vrede zijn, als je niets hebt, of als wat je hebt je wordt afgenomen? Dat vroeg Siddharta aan een monnik. En die gaf een onverwacht en schurend antwoord. Hij zei namelijk: “ik ben gelukkig en in vrede niet ondanks, maar juist dankzij het feit dat ik niets heb”. Oei, dat is een lastige. Het gaat over onthechting, over minder afhankelijk worden van je bezit. Neem nou de computer waarop ik dit stukje schrijf. Als het internet even niet werkt, kan ik de inzending van deze kopij wel vergeten. (grr) Hoe dan ook, Siddharta kiest ervoor om ook monnik te worden en te leven zonder bezit. Hij wil van de dingen loskomen, zich onthechten met als doel om meer van binnenuit en echt zélf te leven; en dus minder door bezit, beslommering of binding geleefd te worden, onthechting dus, een beetje loskomen van de dingen …

… en rumoer op de Dorpsstraat
Terugfietsend van De Snip terug naar de Fenixkerk was ik het thema van de voorgaande les heel gauw kwijt. Twee fietsers ‘trappen’ mij tegemoet en achterop komt een auto aangereden. De bestuurder ervan heeft duidelijk minder gevoel voor Boeddhistische onthechting. Hij rijdt onverminderd door, en precies waar de twee tegenliggende fietsers en ik zelf elkaar op de smalle Dorpsstraat passeren, met geparkeerde auto’s aan de kant, wil hij toch gewoon inhalen en dringt zich er met zijn auto dwars doorheen. Het ging allemaal net goed, maar ik kon het niet nalaten met mijn schoen even een flinke tik tegen het blik van zijn achterkantje geven. Alle boeddhistische onthechting was verdwenen als sneeuw voor de zon. De man was nog niet gestopt of ik stond al voor zijn portier, en heb em de waarheid toegebeten met de stemverheffing van een ouderwetse donderpreek. Wijselijk bleef hij maar veilig in zijn koekblik zitten, enigszins verbouwereerd. Ook de twee andere fietsers gaven ongezouten hun mening, en daarna reed de man op onze aanwijzing maar gauw verder, waarmee het hele opstootje weer voorbij was. Later vroeg ik me af: Hoe zou het zijn gelopen, als ik ondanks zijn onbehoorlijke rijgedrag, de man wél met een houding van onthechting had aangesproken? Bij voorbeeld door toch kalm te blijven, hem te vragen: ‘begrijpt u waarom wij zo boos zijn?’. … Nou ja, ik weet het ook niet. In ieder geval kan een zekere vorm van onthechting voor ieder mens geen kwaad, mijzelf incluis, namelijk dat je in het verkeer probeert om je ‘haast’ een beetje los te laten en oog te hebben voor de andere weggebruikers, met name voor de minder beschermde.

Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta