Het verschil tussen mensen en dieren is …

24 februari 2014 door

Het verschil tussen mensen en dieren is ….
De titel is het begin van een aforisme van de dichter Budding. Ik plaats er enkele kanttekeningen bij en geef aan het einde het vervolg. Dat er verschil is tussen mensen en dieren was vroeger wel duidelijk. En dan zo, dat de mens veel hoger stond dan een dier. Van de mens wordt in de bijbel gezegd dat “hij/ zij bijna goddelijk is gemaakt” (Psalm 8), naar Gods beeld is gemaakt (Genesis 1). En daar wordt de mens bovendien geroepen om “te heersen over heel de schepping”, zodanig dat de aarde en haar volheid worden “bewerkt en bewaard”. Kortom, de mens heeft de taak om een goede rentmeester te zijn over alles wat ons is toevertrouwd, zowel plant als dier, water, land en lucht. Niet alleen de bijbel ziet de mens een trapje hoger staan dan de dieren, het Humanisme is in dit opzicht niet anders. Toen ik enige tijd geleden een paar lessen over het Humanisme gaf op de Basisschool, viel dit me op omdat de kinderen hier toch lichtelijk tegen protesteerden. Ik had als aanzet tot gesprek de volgende casus gegeven. Stel, in een boot zitten zowel mensen als dieren en de boot zinkt. Er is een reddingssloep in aantocht, maar die kan niet alles en iedereen redden.
Hebben de mensen voorrang boven de dieren? Nu, dat was nog geen uitgemaakte zaak. Sommige kinderen wilden dieren zeker niet sowieso bij mensen achterstellen. Dieren moesten evengoed gered worden als de mensen in de boot. Zo zijn er meer aanwijzingen voor de opwaardering van de waarde van dieren ten opzichte van de mens. Denk aan de Partij voor de Dieren, waardoor voor het eerst in de geschiedenis dieren een stem hebben tot in de politiek. Maar ook aan b.v. toenemend vegetarisme of vooral veganisme. Aanhangers van het laatste respecteren de integriteit van het dier in zo vér-gaande mate, dat het eten van iets (van oorsprong) dierlijks door hen evenzeer wordt afgewezen als b.v. kannibalisme.
Behalve dat het dier in ogen van velen duidelijk aan waarde toeneemt, is het ook zo dat de kritiek op verwerpelijk menselijk gedrag weer scherper wordt. Na de vergoelijkende sfeer van de 1960-er jaren en daarna; én het grote en tot in de 1990-er jaren groeiende optimisme over het menselijk kunnen, zowel technisch als in moreel opzicht, is in de huidige eeuw een kentering gekomen. Vandaag wordt de mens weer veel kritischer bezien. De vele vuile oorlogen, ontstaan van internationaal terrorisme, het ronselen van kindsoldaten, maar ook de schaamteloze zelfverrijking van traditioneel ‘keurige’ mensen in belangrijke, verantwoordelijke functies, hebben ons veel argwanender gemaakt. En het is opnieuw de vraag: hoe waardevol zijn wij eigenlijk als mens? In plaats van rentmeesters te zijn die het huis van de wereld goed op orde houden, lijken wij met elkaar de grootste bedreiging te vormen voor het voortbestaan van de aarde. Een ander schrijnend voorbeeld kwam ik tegen in verband met de oorlog in Syrië. De vredesbesprekingen zijn afgelopen weekend faliekant vastgelopen. Om dat nog maar eens flink te onderstrepen heeft Assad alle personen die namens de oppositie aan het overleg hadden deelgenomen, per ommegaande op de lijst van gezochte terroristen geplaatst. Ja, een lekkere jonge die Bashar al Assad!.
Goed, daarmee kom ik op het tweede deel van Buddings aforisme: “Het verschil tussen mens en dier is, dat dieren naar de stem van hun instinct luisteren en mensen niet naar de stem van hun verstand”. Al met al niet een erg optimistisch stukje. Daarom herinner ik er tot slot aan dat nog niet zo lang geleden de hele wereld stilstond bij een totaal ander mens, waarmee de aarde lange tijd was gezegend. Ik doel op Nelson Mandela. Niet alleen kan één mens een heleboel kwaad aanrichten. Eén mens kan ook een “heilige” zijn, die een hele omgeving en een heel volk kan zalven en zegenen en tot op zekere hoogte kan genezen. Eén mens? Ieder mens!!!
Hartelijke groeten, ds. Fokko F. Omta