Hout voor op het vuur
9 september 2019De zesde keer Openluchtviering was afgelopen zondag niet in de Ruïnekerk, maar in De Mafkikker. Er was klassieke zang en begeleiding van twee conservatorium studenten Iris en Geert. Zij brachten o.a. het Qaddiesj gebed in de prachtige en tegelijk stil-makende setting van de Frans-Baskische componist Maurice Ravel (1875-1937). Qaddiesj is een Joodse lofprijzing in de taal van Jezus, het Aramees. Fragmenten in het gebed zijn o.a.:
Moge zijn grote naam verheven en geheiligd worden,
in
de wereld … naar zijn wil.
Moge
zijn Koninkrijk erkend worden in uw leven …
Wie bekend is met het Onze Vader-gebed zal deze fragmenten direct herkennen. Joden zeggen Qaddiesj niet alleen in de synagoge, of als afsluiting van de bijbellezing, maar ook thuis. Met name als je vader of moeder is overleden, wordt van je verwacht dat je gedurende de 11 maanden durende rouwtijd regelmatig het Quaddiesj gebed uitspreekt als het ware namens je overleden ouder. Dit blijven bidden en in gedachtenis houden van overledenen is dan weer iets dat vooral de Katholieken goed hebben bewaard in de wekelijkse gebedsintenties ten behoeve van gestorvenen. Zo zie je maar, waar de Mafkikker ons al niet toe kan leiden.
Holt veur op ‘t vuur
Behalve klassiek, was er ook volksmuziek, een prachtig lied van de Drent Daniel Lohues. Het gaat als volgt: “Vroeger, toen je klein was dacht je er nooit bij na. Als het koud was buiten, dan was het binnen warm. Daar zorgde je moeder voor. Maar als je groot bent, moet je het zelf doen. Want als je blijft zitten, zonder te stoken, dan blijft het alsmaar koud. En als je geen droog hout naast de deur hebt liggen, dan moet je het bos in, soms heel diep het bos in: voor hout voor op het vuur”.
Een mooie beeldende en betekenisvolle tekst. Om het niet koud te krijgen, heb je warmte nodig, hout voor op het vuur zoals: Liefde, aandacht, of een sympathiek gebaar van iemand anders. Als je lieve buren hebt, nabije vrienden, voldoende dierbaren door wie je “gezien” wordt, dan heb je het droge haardhout bij wijze van spreken naast de deur liggen. Maar soms is dat niet het geval. Dan moet je het van verder weg halen, en moet je soms diep het bos in om droog hout te vinden, op zoek naar oprechte aandacht die liefde ademt en warmte geeft. Ook zijn er mensen die diep het bos in moeten voor hout dat warmte geeft, en het toch niet vinden. Dat maakt radeloos en wanhopig. Voor hen werd in De Mafkikker ook gebeden:
Ieder mens heeft warmte nodig, licht, doorzicht:
vooral
als het mistig wordt.
soms
lijkt warmte onvoelbaar, wordt mist een dichte muur
en
de nacht verkozen in plaats van licht.
Dan
vinden wij geen woorden meer
om
te zeggen hoe we je zullen missen.
God, maak ons licht in U, sterk in U,
maak
ons wakker in U, die liefde zijt.
Dat
zij, die moeten leven met een ongrijpbaar verlies,
dat
zij in hun moeten loslaten van wie hen zo lief was,
troost
vinden, houvast: bij elkaar, en diep in zichzelf,
in
hun binnenste binnen,
waar
U woont …