Koekje van eigen deeg
3 oktober 2016Dat was afgelopen zondag toch even peentjes zweten. Alles was in gereedheid gebracht voor de Startviering in de Fenixkerk. Gospelkoor, de Credosingers uit Slootdorp was er klaar voor, gemeenteleden en andere bezoekers hadden een plaatsje gevonden, de organist speelde zijn welkomsmuziek, maar op de plaats waar de eregasten zouden plaatsnemen gaapte nog een leegte van onbemenste lege stoelen. Waar blijven de bewoners van de Kleine Ark?. De torenklok slaat tien uur en ze zijn er niet. En dat terwijl de viering toch grotendeels op hun komst is afgestemd. In mijn toga loop ik enkele malen vertwijfeld en hals reikend naar buiten om te zien of ze toch nog in aantocht zijn.
Wanneer ik hier een dag later op terugkijk, denk ik dat dit alles een maatregel was van de wet van Karma om niemand anders dan mijzelf een nagezonden lesje te leren. Ik kwam (en heel soms kom) namelijk ook wel eens te laat. Zeker in Sexbierum, de eerste plaats waar ik predikant werd, kwam ik niet zelden één minuut vóór of soms wel ná aanvang van de dienst de Kerkenraadskamer binnenstormen, was dan tot het laatste moment bezig gebleven met de preek die ik nooit helemaal goed op tijd af had. Dat was in de tachtiger jaren van de vorige eeuw. En nú, nu die gasten van de Kleine Ark zo op zich lieten wachten, voelde ik ineens iets van de onrust en spanningen die ik indertijd de arme Kerkenraadsleden in Sexbierum heb berokkend. Peccavi, peccavi, peccavi!.
Tegelijk wil ik ook niet onvermeld laten het immense vreugdegevoel dat zich van mij meester maakte toen ruim ná tien uur de bus van de Kleine Ark toch kwam aangereden, en de dienst kon beginnen. Ze hadden een goede reden en het werd een mooie ochtend, met maaltijd toe. Had ik niet willen missen.
Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta.