Komt dat wel goed, schatteke?! – over inburgering (1)

18 januari 2016 door

In de eerste week van dit jaar verbleef ik een paar nachtjes in Duitsland. Iedereen had het over het weerzinwekkende wangedrag, gericht tegen vrouwen, tijdens de Silvesternacht in Keulen door 1000 mannen van niet Duitse origine (Noord-afrikanen, Syriërs, …) . En sindsdien is het hele Vluchtelingen debat in een nieuwe fase gekomen. In 2015 heeft Angela Merkel kritiek, maar ook veel bewondering geoogst voor haar krachtige, zelfbewuste opstelling. De stroom vluchtelingen zwol aan tot enorme aantallen. Maar Merkel stelde onomwonden: Wir schaffen das. Wij gaan dat aanpakken en tot een goed einde brengen. Inmiddels groeit de twijfel. Velen maken zich grote zorgen. Maar over die grote vraag wil ik het eigenlijk niet hebben. Gelukkig is onze Minister-president het komend half jaar voorzit-ter van de Europese regeringsleiders dus op dát hoge niveau gaat het helemaal goed komen. Veel interessanter en belangrijker voor onszelf is de vraag: Hoe zal het gaan op het veel lagere en dichtbije niveau van onze eigen dorpen. We zitten dan op het vlak waarover de Dorpsraad van Nieuwe Niedorp in november nog een vergadering heeft belegd in Prins Maurits: de leefbaarheid in onze dorpen.

Leefbaarheid voor mijzelf
De leefbaarheid van een dorp, zo leerde ik op die dorpsavond, hangt af van twee soorten dingen. Ten eerste van infrastructurele zaken, zoals winkels, voorzieningen, openbaar vervoer, werkgelegenheid, voldoende betaalbare woningen. En geen krimp, maar liefst een kleine groei van het aantal inwoners. Dan blijft er reuring in een dorp, en werk, en blijven de voorzieningen in stand. Maar naast deze meer materiële basisvoorwaarden, is voor leefbaarheid van even groot belang de vraag of er, ten tweede, ook “sociale cohesie” is. Daarmee wordt bedoeld of mensen samen iets hebben, of er gemeen-schapszin is. Dat mensen zich thuis voelen, niet alleen in een dorp van stenen, maar ook in het dorp van mensen. Allereerst is dat van belang voor je zelf, dat je je op je plek voelt, aanvaard door ande-ren, en daardoor onderdeel van de gemeenschap. Dat is belangrijk voor je eigen geluksgevoel, maar indirect ook voor het dorp. Want als jij jezelf niet thuis voelt, niet geaccepteerd voelt in de gemeen-schap, dan zul je er ook minder snel iets voor doen. Dan wordt je geen lid van een vereniging, doe je minder gauw vrijwilligerswerk voor een club of voor je buurt. Dan brokkelt de samenhang en leefbaar-heid van een dorp af en verloedert de straat.

Leefbaarheid voor de vreemdeling
Met een beetje inleving, kan ieder begrijpen dat het voor vluchtelingen, die de asyl procedure doorlo-pen hebben, reete moeilijk is om zich thuis te voelen. Samen iets hebben, het samen goed hebben??? Met wie??? Vaak hebben ze een jaar lang gedwongen stil gezeten. Want zolang je in een AZC verblijft, krijg je nog geen taalles en mag je geen werk verrichten. Je moet wachten. Ik zeg dat hier niet om het te veroordelen, het kan misschien niet anders, maar zelf zou ik in een jaar met gedwongen stilzitten al aardig tegen de deuren omhoog vliegen. Maar Eureka, je krijgt een verblijfsvergunning, je krijgt een huis en komt wonen in een prachtig Nederlands dorp als Niedorp, Winkel of tVeld. Wat betekent “leefbaarheid” nu voor hen? Hoe kom je er in godsnaam tussen?! Dat is de grote opgave en uitdaging voor elke vreemdeling/nieuwkomer. Tegelijk is dit volgens mij ook de grote, grote opgave en uitdaging voor ons allemaal als samenleving: Hoe krijgen we ze er echt tussen, hoe nemen we ze op. Volgens mij zal de toekomstige leefbaarheid van onze samenleving daar voor een groot deel van afhangen. Of het lukt om de nieuwkomers ook echt op te nemen en actief aan boord te krijgen van onze gezamenlijk samenleving. Daarbij wordt terecht veel gevraagd van de nieuwkomer. En er wordt echt ook iets gevraagd van onszelf. Zijn wij bereid om ook zelf contact aan te gaan? Dat wordt de grote vraag van de komende vijf á tien jaar die onze samenleving sterk zal bepalen. Volgende week ga ik verder. Het zal dan gaan over zoiets als “reaching out”, je hand uitsteken. En ook over mijn ervaring dat dat soms knap lastig kan zijn. Maar ja, met alle goede wensen nog vers in de kop …
Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta.