Morele ambitie – boeken tip
22 april 2024Enkele jaren geleden schreef Rutger Bregman zijn bestseller: De meeste mensen deugen. Nu heeft hij een nieuw boek geschreven, getiteld “Morele Ambitie”. Ik ben benieuwd of het net zo veel gelezen gaat worden als zijn eerste boek. Dat eerste vond ik verrassend en goed, hoewel ik het niet met alles eens was. B.v. de titel. De meeste ? mensen deugen? Waarom niet: Alle men-sen deugen?
In principe zou ik dat laatste zeggen. Punt is alleen wel dat dat er lang niet altijd uitkomt. Het deugdelijke en goede in ieder mens wordt soms gedwarsboomd, ondergesneeuwd, gefnuikt of weggetreiterd.
Als kinderen van jong af geen positieve input ontvangen, weinig liefde ondervinden en opgroeien met veel stress: dan is het een groot wonder als zij toch uitgroeien tot evenwichtige, kalme lief-hebbende mensen. Het tegendeel is vaak het geval, wie opgroeit in een eeuwige sfeer van korte lontjes, zal daar zelf maar moeilijk aan kunnen ontkomen. Als klein kind ‘deugde’ je wel, maar het heeft geen kans gekregen om uit te groeien tot iets moois en stevigs.
Het nieuwe boek van Bregman richt zich vooral tot mensen die heel veel kansen hebben gekre-gen qua opvoeding en opleiding en die mede daardoor ook in goede banen en functies zijn te-recht gekomen. Kortom, mensen bij wie alles wel deugt, zou je zeggen. Maar de vraag die Bregman nu opwerpt is: Wat doe je met al je mogelijkheden en capaciteiten?
Wat wil je er mee bereiken? Wat is je morele ambitie? Of heb je alleen financiële ambitie? In dat verband spreekt hij over ‘bullshit banen’.
Bullshit banen
Wat voor banen zijn dat? Nou, het gaat in ieder geval NIET om nuttige banen als schoonmaker, vuilnisman/vrouw, buschauffeur, arts of brandweer. Dat zijn juist belangrijke bijdragers aan het algemeen goed. Dit geldt evenzeer voor mensen die werken in de verpleging, het onderwijs, de politie, noem maar op.
Maar wat te denken van minder nuttige bezigheden als: influencer, reclamemaker, lobbyist, beurshandelaar, bedrijfsadvocaat. Daarnaast wijst Bregman op wat wel genoemd wordt “sin-industries” (zonde-banen). B.v. reclame makers voor verslavende medicijnen, accountants die Rijkaards helpen belasting te ontduiken, verzekeringsagenten die woekerpolissen verkopen; of employees in de gok- of tabaksindustrie. Al deze mensen zijn wel ambitieus in de zin dat ze graag vooruit willen komen, vooral zelf.
Maar er zit weinig moraal, weinig ethische bevlogenheid in. De stelregel is: “Ieder voor zich” en God moet zich maar bekommeren om “allen”. Als al deze mensen gingen staken, zou niemand er iets van merken.
Kortom, in zijn tweede boek heeft Bregman – hoewel de meeste mensen deugen – toch heel wat kritische noten te kraken over van alles wat NIET deugt. Ik sluit af met een mooi citaat uit het boek, dat hij heeft overgenomen van nog weer iemand anders: Allen Raine, een schrijver uit de 19e eeuw. Die zei:
Mensen kunnen hun hele leven besteden
aan het bestijgen van de ladder van succes;
om uiteindelijk – als ze de top hebben bereikt –
te ondekken dat ze hun ladder
tegen de verkeerde muur hadden gezet.
Dat noem ik nou zonde!