Oorlog en godsdienst (3 – slot)

19 mei 2014 door

De vraag waar ik vorige keer mee eindigde luidt: is militair geweld en zelfs doden altijd ver-keerd? Of is militair geweld in bepaalde gevallen toegestaan, misschien zelfs geboden? Het blijft een moeilijk onderwerp. Eén persoon reageert vanuit een op vrede gerichte, holistische opvatting.

De wereld en het universum zijn volgens deze persoon te vergelijken met een levend organisme, zoals b.v. een mens. “Elke cel is even belangrijk. Longcellen hebben een andere functie dan spiercellen. Alle cellen tezamen zorgen ervoor dat het lichaam gezond blijft. Dienstbaar zijn aan het geheel. … Blijf daarom beseffen dat oorlog altijd voor iedereen verlies oplevert”. Het is duidelijk dat deze persoon vindt dat we ons moeten concentreren op positieve ontwikkeling, je talenten laten groeien en te han-delen uit respect voor anderen. Dat is veel en veel beter dan je bezighouden met oorlog.
Wat hier gezegd wordt is tenminste dat je nooit een oorlog moet beginnen. Maar, wat als je door een onmenselijke mogendheid wordt aangevallen? Denk aan de Tweede Wereldoorlog waar we op 4 mei bij stilstonden. Ik hoor niemand zeggen dat de geallieerden de oorlog tegen Hitler niet had-den moeten aangaan. Hoe verhoudt zich dat tot de genoemde spiritualiteit van pacifisme? Ik geef een voorzet.

Pacifisme is een filosofie en levenspraktijk van geweldloosheid en het nastreven van vrede. Mijn suggestie is dat pacifisme heel goed de filosofie, en zelfs de tot het einde toe volgehouden levenspraktijk kan zijn van individuele personen. Ik noem hierbij de grondlegger van het Christendom, Jezus van Nazareth als modelfiguur, een mens, die voor zichzelf van alle geweld volledig heeft afgezien.  Tegelijk heeft de overheid van een land, de regering dus, een andere taak, nl. heel prozaïsch: burgers beschermen. Een overheid moet niet een bepaald geloof begunstigen, noch een bepaalde filosofie nastreven, zelfs niet een filosofie van vrede en menslievendheid. Dat vloeit allemaal voort uit de onopgeefbare ‘scheiding van kerk en staat’. Maar als haar burgers bedreigd of aangevallen worden, van binnen of van buiten het land, dan moet de overheid optreden. De overheid heeft daarom in Nederland ook het zogenaamde `geweldsmonopolie´. Alleen de overheid mag gewapend geweld gebruiken, individuele burgers niet. En soms moet de overheid geweld gebruiken. Daarom kan de apostel Paulus zelfs beklemtonen “dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt”, ook al had hij voor zichzelf, na een ingrijpende ontmoeting met Jezus, het gebruik van wapens voorgoed afgezworen.
hgr.  ds. Fokko F. Omta