Paastijd: heiliging of transformatie
8 mei 2014Vóór Pasen hebben we de vastentijd, maar erná is het veertig dagen paastijd. Veertig dagen van ho-pen en ‘zien soms even. Jezus was gedood, maar de volgelingen worden overvallen door momenten van besef dat Jezus’ boodschap doorgaat, doorbrekende flitsen van licht. “Pasen is als het milde licht van zonsopgang over een eeuwig nieuwe morgen. Het ochtendrood schijnt over de graven, de stenen bewegen en de harten der mensen openen zich voor het nieuw leven”. Mooie woorden, maar zoals je soms langere tijd nodig hebt om innerlijk leeg en schoon te worden (vastentijd), zo vraagt het evenzeer tijd en aandacht en volhouden, om een nieuw leven, een nieuwe kwaliteit van leven er voor terug te winnen. Daarvoor is de Paastijd. Vroeger heette dat proces van innerlijke verandering: heiliging, tegenwoordig spreken velen van transformatie.
Transformatie
Een echte verandering van je zelf als persoon, dat gaat vaak niet van het ene moment op het andere. Meestal is het een proces waar je met vallen en opstaan, vrijwillig of tegen wil en dank in be-trokken raakt, b.v. door een ongekozen afscheid of verlies van iemand die je na aan het hart lag; een scheiding of na een andersoortig moment van crisis in je leven: in alle gevallen gaat het er om dat je een geheel nieuw ontwerp en plan van je persoonlijke leven moet maken. En dat neemt tijd.
Na Jezus’s dood waren ook de discipelen niet in één keer om. Bij flitsen kwam het tot hen dat de weg die Jezus was gegaan niet was doodgelopen met zijn einde aan het kruis. In tegendeel, de op menselijkheid gerichte levensweg van hun meester kwam hen nu, in horten en stoten voor ogen te staan als de enige weg om te gaan, als de enig begaanbare weg ten leven. Op onverwachte momen-ten stond Jezus hen zo levensecht voor ogen, dat ze zouden zweren dat hij nog bij hen was. Dat zijn de zogenoemde verschijningsvisioenen, noem het paranormale ervaringen, waarbij Jezus hen als in een droom verscheen, bemoedigend, en waarbij ze werden gemotiveerd en aangespoord om zich gereed te houden. Je moet je na een crisis ook niet als een dolle in allerlei wilde avonturen storten. Beter is vaak om eerst eens een pas op de plaats te maken, je huis niet constant uit te vluchten. Nee laat het maar eens op je af komen. Niet voor niets duurt de paastijd ook 40 dagen: van Pasen tot Hemelvaart. Dat lijkt weinig, maar het getal veertig staat symbool voor een volle tijd van verandering, waarin de omslag plaats grijpt van: met Jezus naast zich, naar: zelf en zonder hem verder gaan, maar wel in zijn geest en kracht en wijze van doen.
Over deze dingen gaat het in deze weken na Pasen. Hemelvaart is dan het symbolische moment waarop duidelijk wordt: Jezus is niet meer hier, maar bij God. Het wachten is dan op Pinksteren, het moment waarop de discipelen zelf weer adem in hun lijf krijgen; en geest in hun bestaan. Voldoende om op een nieuwe manier op eigen benen te staan. Niet langer naast en achter de leraar aan, maar door hem op weg gewezen en in zijn geest. Van leerlingen zijn ze zelfstandig geworden, apostelen, dat wil zeggen ‘gezondenen’. Mensen met een missie, opnieuw gepassioneerd en op menselijkheid bedacht, net als hij.