Soms moet je even een drempel over (wk. 24)
10 juni 2013Een tijdje geleden bracht ik mijn vrouw op een maandag morgen naar de trein in Heerhugo-waard. We volgen de sluiproute over het bedrijvenpark aldaar, naar de achterkant van het station. Het regent flink en we passeren iemand, die lopend en in regenjas en met twee koffers op weg is in de zelfde richting. We zijn hem of haar al voorbij en we moeten haasten om de trein te halen. Dus ik rij door, maar ik denk even in een opwelling: als die er straks nog loopt zal ik die persoon een lift geven ….. want lopend, was het nog een heel eind …. Goed ik zette m’n vrouw af en reed weer terug.
En toen bekroop mij de twijfel. Wat haal ik me op mijn hals?, dacht ik, “straks krijg ik een eindeloos zielig verhaal; zit iemand helemaal aan de grond en ben ik de halve ochtend kwijt om em ergens naar toe te brengen. Ik wil naar huis, moet aan m’n werk …”. Maar dan keer ik toch terug naar mijn eerste inge-ving. “Nou niet zeuren”, zeg ik tegen mezelf, “als ie er nog loopt, dan bied ik hem een lift aan naar het station. Punt”. Het is nog best een end voor ik de persoon weer in de gaten krijg. Eerlijk gezegd hoopte ik al even dat ik er van af was, maar nee, toch, daar loopt ‘ie’. Het blijkt een man te zijn, een don-kere man. Ik stop bij hem en laat het raam dalen en vraag: “ Moet je naar het station ? “. Ja. “Nou ik breng je wel even ….”. Ik keer de auto, we doen samen z’n spullen achterin, en hij komt naast me zitten.
“Zo waar kom je vandaan?”, vraag ik – ik bedoel welk land. Maar hij antwoord: Uit de gevangenis … “Oh”, zeg ik, “en konden ze je niet even naar het station brengen, met dit weer?”. Nee man, zei hij op ietwat klagerige toon, ze zetten je zomaar op straat, geen lift, geen geld; niks, je moet het maar uitzoeken. “Nou”, dacht ik bij mezelf, “die gevangenis is ook niet meer wat het geweest is”. Behalve uit de gevan-genis, kwam hij ook uit Curacao, en hij was op weg naar Amsterdam. Daar woonde iemand waar ie naar toe kon. Gelukkig maar.
Het duurde niet lang, toen waren we bij het station. We halen de koffers weer achter uit de kofferbak. Ik geef em nog wat geld voor de trein, want zonder geldig plaatsbewijs in de trein dan zit ie zo weer in “Heerhugowaard. … We keken elkaar nog even aan en ik zei, half schertsend: “Nu beetje op het rechte pad blijven he”. Daar kon hij wel om lachen. Goeie reis en God bless you.
Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta