Te laat? – Wat op het spel staat

13 november 2017 door

Afgelopen zondag het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus. De rijke man komt op een bepaald moment tot inzicht dat het toch niet helemaal juist was dat híj altijd alleen maar het goede genoot; en de arme Lazarus niets dan gebrek had te doorstaan. Maar ja, op het moment dat de rijke man dat inziet, zijn de rollen al omgedraaid. Leeft hij zelf in armoe en pijn, terwijl de arme bedelaar van voorheen nu wordt getroost van zijn ontberingen. Beide bevinden zich dan niet meer hier op aarde maar – laat ik het ruim formuleren – in een volgende fase. De spelregel is, dat als je eenmaal in die volgende fase bent, dat je dan niet meer terug kunt. Gedane zaken nemen geen keer. Zo’n sfeer van onverbiddelijkheid proef ik ook in het jongste boek van Philipp Blom (1970), een Nederlands-Duitse schrijver-journalist, getiteld “Wat op het spel staat”.

Wat op het spel staat
Het boek gaat over twee ontwikkelingen die volgens de schrijver ons leven voorgoed zullen veranderen: de klimaatcrisis en de toenemende digitalisering, lees robotisering. Wat het klimaat voor gevolgen kan hebben laat ik even rusten. Maar de toenemende totaal-automatisering betekent volgens Blom dat een meerderheid van de mensen eenvoudig werkloos zal worden. Natuurlijk, u hoeft niet te verhongeren, u krijgt een uitkering. Maar nodig bent u niet. Laat u de hond nog maar een keer uit. Het boek begint als volgt: “Wát als een historica over vijftig jaar terugkijkt naar onze tijd? Zij zal versteld staan dat wij – verblind door onze dagelijkse beslommeringen en korte termijn denken – de twee grootste bedreigingen niet of onvoldoende hebben gezien”. Je zou het niet verwachten als je de schrijver ziet, Philipp Blom. Hij is de laatste tijd wel af en toe op TV. Een keurige, vriendelijke en volstrekt aimabele man. Maar wel met een onverbiddelijke waarschuwing. Elke keer als ik een hoofdstuk gelezen heb, moet ik een paar dagen bijkomen en moed verzamelen om aan een volgend kapittel te beginnen. Maar goed, om niet zo onheilspellend te eindigen laat ik hieronder een gedicht volgen van Toon Tellegen. Op de één of andere manier vind ik het passen bij het voorgaande. En geeft het mij troost.

Toen de mensen eenmaal groot waren en almachtig
na lang wachten
vonden zij God,
ergens verkleumd in het donker op de grond.
Zo, zo God, zeiden ze, u hier …?!
Zij schudden hun hoofd.
Maar niet lang daarna strooiden zij brood,
zetten schaaltjes wijn voor hem neer
en zagen
hoe hij aarzelend
dichterbij kwam,
en heel voorzichtig, met één vinger, raakten zij hem aan.

Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta.