Van je geloof vallen – Loosing my religion

18 april 2014 door

Een van de liedjes van het Projectkoor over dromen was Loosing my religion (letterlijk: mijn geloof verliezen) van de groep R.E.M., zanger Michael Stipe. Wat is dat eigenlijk, je ‘religion’, je geloof verliezen?
Sinds de 60-er jaren zijn heel wat mensen afgehaakt: opgegroeid met een stevige kerkelijke activiteit, soms te stevig en ineens was het over. Je hele religieus-kerkelijke betrokkenheid: eerst sluipenderwijs, maar op een gegeven moment heb je het als een oud jasje dat nog rond je schouders bungelde van je afgeschud. En is dat dan loosing your religion: je geloof verliezen?

Volgens mij niet. Je kunt wel de hele rataplan aan regels en oude geloofsgebruiken als een oud jasje uittrekken, de grote vraag is natuurlijk:
Wat zit er onder dat jasje? Want er zit toch nog wel iets onder die aangeleerde geloofsdingen, waar je dan nu genoeg van hebt? Sowieso zit jij toch altijd nog zélf onder dat jasje. En je bent je zelf toch niet kwijt geraakt? Maar dáárover gaat het lied loosing my religion. Het lied gaat eigenlijk over de ervaring dat er voor je gevoel onder het jasje dat je gedragen hebt, helemaal niets meer overblijft. Je hele droom en drive is uit één gespat: en dan??!!

Het lied gaat trouwens niet specifiek over geloof in God, maar wel over iets waar de zanger helemaal voor gaat, zich helemaal aan heeft uitgeleverd: een obsessieve liefde. De beoogde geliefde is ondoorgrondelijk en onbereikbaar, maar hij kan het niet loslaten. De zanger smacht naar een teken, hoopt op een klik, gelooft er in …, althans wíl er in geloven, móét er in geloven, is er constant mee bezig, let angstvallig op elke uiting van de ander of er iets van toenadering in zit.
“Ik dacht dat ik je hoorde lachen … oh toch niet;
ik meende dat ik je hoorde zingen … ook niet.
nee, ik denk dat ik dacht dat je dat probeerde ….”.

Heb je dat ooit gehad, een bijna gekmakende verliefdheid, het constante wikken en wegen en inschatten van elke fluistering; ononderbroken verlangen naar een tekentje,
elk wakker liggend uur, eindeloos bedenken wat zal ik zeggen, wat zal ik haar bekennen, toevertrouwen? Welnu, zo’n soort onbedwingbare gedrevenheid, niet aflatende gerichtheid:
dát is “religion“ in Loosing my religion. “Religion” – geloof staat hier voor: een grenzeloze passie hebben; het is: met volstrektheid en uiterste serieusheid ergens voor gaan, onvoor-waardelijk en totaal, omdat het voor jou de essentie van het leven uitmaakt; dat waar je voor leeft, in brand staat. En zie, dat is bepaald niet iets dat je even als een jasje uittrekt. Het kan in feite alleen met geweld en pijn van je afgestróópt worden, tegen wil en dank. Je kunt een uiterlijk aangeleerd instituut-geloof verliezen, en dat hoeft nog niet zoveel te betekenen. Maar als jij jouw persoonlijke, jouw ‘personal religion’ kwijtraakt, dan raak je je jezelf kwijt, je dromen en een wezenlijk deel, misschien wel de kern van wie jij bent.
De uitdrukking “loosing my religion” is dus zoiets als: totaal je controle verliezen, je ideaal en droom waar je voor ging; en dan: als je het helemaal gehad hebt, als je hele levensontwerp aan splinters gaat, dan ben je even je hele “religion” kwijt, dan ben je jezelf kwijt, totaal van stuk. En vreemd genoeg komt juist dan vaak zo maar ineens iets van “god” naar boven. Hetzij afwijzend, als een vloek; of als: ‘zie je wel, er is helemaal geen god’;  ‘aan god heb je ook niks’. Hetzij juist zoekend: ‘Is er een god?’;  ‘en wáár ?’; of heel gericht:  “Mijn god, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’.

In de auto luister ik deze tijd naar Jesus Christ Superstar, de rock-opera, ooit de eerste dubbel LP die ik van zelf verdiende centen kocht. Het lied van Jezus in Gethsemane is als één groot gevecht van Christus om zijn “religion” niet te verliezen. Om te beginnen blikt hij terug op het begin, toen zijn ‘lente’ in Galilea begon:

Then I was inspired.                                      Toen ik begon, was ik heel gedreven
Now, I’m sad and tired.                                Maar nu voel ik me hopeloos en moe
After all, I’ve tried for three years,         Na alles wat ik probeerde, deze drie jaren,
seems like ninety.                                           Maar het lijken er wel negentig!
Why then am I scared                                   Waarom ben ik zo bang
to finish what I started,                                af te maken met wat ik (?) begon?
What you started                                            Nee, wat JIJ (!), God, bent begonnen,
I didn’t start it                                                  niet ik, het was JOUW initiatief!!
God, thy will is hard,                                     O, wat is Jouw wil hard,
But you hold every card.                             En Je hebt alle kaarten in handen.

En dan volgt de overgave, als een bewust doorgehakte knoop:
I will drink your cup of poison.                 O.K. ik zal Jouw gifbeker drinken,
Nail me to your cross and break me,      Spijker me maar aan Je Kruis, breek me,
Bleed me, beat me,                                          laat me bloeden, sla me,
Kill me.                                                                Doodt me maar.
Take me, now!                                                  Maar doe het NU!
Before I change my mind.                            Voor dat ik me bedenk.

Ik voel veel kracht in deze woorden, de kracht van iemand die heeft gevochten voor zijn droom, zonder zijn droom, zonder zijn “religion” te verliezen. Ik wens ieder een deel van deze kracht en moed. Vechten voor je “religion”, is vechten en volhouden in waar je echt in gelooft en voor gaat. Dat mag ook best – nee laat dat juist bij voorkeur! –  iets heel persoonlijks zijn. Ik wens ieder goede en energie-gevende Paasdagen!
Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta.