Van mensen die voorbijgaan, een oude bekende
19 juni 2017Afgelopen maandagochtend had ik een viering in Magnushof. Sinds twee jaar is de vaste pastor daar wegbezuinigd en zorgen verschillende pastores en predikanten uit de regio voor de voortzetting. Om tien uur komen acht vrijwilligers samen koffie drinken, en na een half uur gaan ze de verschillende vleugels van Magnushof afstruinen op zoek naar bewoners die de PowerPoint dienst mee willen maken. Meestal komen er zo’n 30 á 40 mensen binnenschuifelen met rollator en benenwagen, of per al dan niet electrisch aangedreven rolstoel. Deze keer zag ik een oude bekende uit een vorige gemeente, Slootdorp, in de Wieringermeer. Hij was in 1991 voorzitter van de beroepingscommissie waar ik had gesolliciteerd. Een plezierige en altijd opgewekte man. Later kreeg hij problemen met zijn ogen en werd bijna blind, kon alleen nog licht en donker onderscheiden. Maar dit belette hem niet om altijd zijn eigen boodschappen te blijven doen. Hij weet inmiddels van elke stoeptegel in zijn dorp of ie goed vlak is of iets opstaat. Ook bleef hij zelf ieder jaar bloemetjes planten, waarvan soms ééntje met de bloemen stevig in de grond en de wortels fier in de lucht. Maar ala, een kniesoor die daar op let. Al ver in de negentig heeft hij een herseninfarct gehad en moet revalideren. Maar nog steeds vol goede moed om weer terug te keren naar zijn eigen huis. Ik wens hem van harte toe dat het lukt. Tegelijk kan natuurlijk niemand ontkennen: we worden ieder jaar een jaartje ouder. Zeventig, tachtig, of als wij zeer sterk zijn nóg meer levensjaren. En vroeg of laat raken we aangewezen op hulp, op onderhoud en medische zorg. En steeds moeten we een afweging maken tussen wat níet meer gaat, en wat je nog wél kunt of hebt. Het geheim van deze oude bekende is dat hij altijd vooral is blijven letten op wat hij nog wél kan. En nooit te lang blijft stilstaan bij wat niet meer gaat. Ja, nog steeds een plezierige en opgewekte man. Kostbare mensen.
Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta