Verdomme nog aan toe, gij zult aardig zijn (over passie en jihad)
1 oktober 2014Vorige week schreef ik iets over het floraliakunstwerk tegen de kerktoren aan (van de groep het Sluisje), nu iets over het thema zelf, nl. passie. Dat vindt hier benee onder de kop: The Passion en de Jihad.
De ietwat opmerkelijke titel boven dit stukje krijgt daar betekenis.
Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta.
The Passion en de Jihad
Passie is vandaag een veelvoorkomend woord. Het is belangrijk om te weten “wat je passie is”. En zelfs als je niet één uitgesproken voorkeur hebt, dan is het belangrijk om de dingen toch wel “met passie te doen”. Mensen die zonder passie leven, zijn kleur-loos, worden niet opgemerkt. Het lijkt wel op wat mijn vader mij soms voorhield. Hij zei: kan me niet schelen wát je wilt gaan studeren, als je het maar goed doet. Als je iets doet, dóe het dan ook écht. Niet half zacht, niet slapjes, maar met overtuiging en overgave, met passie dus. Wie gepassioneerd ergens voor gaat, is niet bang om hier en daar wat pijntjes te verduren. De oorspronkelijke betekenis van het Griekse woord waar “passie” van is afgeleid is dan ook: lijden. Vandaar dat de “the Passion”, of te wel het passie verhaal van Jezus gaat over zijn lijden aan het einde van zijn bestaan. Maar die bekende passie aan het einde van zijn leven stond niet los van wat in z’n actieve leven daarvóór ook al zijn passie was.
Zijn hele bestaan was gericht op menselijkheid, ook als dat tegen allerlei heilige huisjes in-gaat. B.v.: iemand op een heilige rustdag verplegen en genezen, is beter dan op die dag zogenaamd eerbiedig te rusten voor God, ook al schrijft de heilige wet dat voor. Integendeel, zei Jezus, laat dan de eerbiedige lippendienst aan de Goede God maar even zitten, en wijd je aan je naaste. Dit was de passie van Jezus, waarvoor hij aan het einde van zijn leven bereid was de klappen van religieuze letterslaven te ondergaan. Voor topsporters en eigenlijk iedereen die echt bereid is te gáán voor wat ze zich ten doel hebben gesteld: voor hen allen geldt evenzeer dat ze niet bang zijn om offers te brengen, het mag hen iets kosten. Hoeveel?
Met die vraag zijn we gelijk bij de keerzijde aangekomen van passie. Want soms gaat het mis met passie. Soms schiet je bereidheid om tot het gaatje te gaan, z’n doel voorbij. Elke overtuiging komt op een bepaald moment voor de vraag: wat is nu belangrijker, het doel of de middelen. Het doel kan soms zo tot iets absoluuts worden gemaakt, dat het alle middelen schijnt te heiligen. Zolang het daarbij alleen om je zelf gaat, is dat natuurlijk je eigen keus. Maar als er anderen mee gemoeid zijn, wordt het anders. Volgens een oude regel van de filosoof van de Verlichting, Immanuel Kant, mag je andere mensen nooit als middel gebruiken, om jou eigen passie na te jagen. Andere mensen, medemensen moeten altijd het te behartigen doel blijven van jou handelen. Je mag jezélf opofferen, maar een ander niet. Dat betekent dat passie en ultieme gedrevenheid altijd gepaard moeten gaan met voorzichtigheid waar het anderen betreft. Je mag jezélf een zeker geweld aan doen, maar een ander niet. Anders ontspoort je passie in extremisme of terreur.
Het woord passie komt grotendeels overeen met het Islamitisch begrip Jihad. Bij Jihad denken we tegenwoordig automatisch aan heilige oorlog en extremistisch geweld, maar voor de gewone, gelovige Moslim is Jihad net zo iets als wat passie is voor een Christen of Humanist, nl. de geweldloze, maar daarom niet minder strijdbare inzet voor waar je in gelooft. Dat kan zijn de toewijding aan God; of de inzet voor een menselijke samenleving, protesteren tegen onrecht, noem maar op. De kern is dat je een diepe gedrevenheid hebt voor iets waar je in gelooft. Die gedrevenheid is nodig, anders kom je tot niets. Maar precies die gedrevenheid is dus ook een risico. Het kan doorslaan; fanatiek worden, en dan alle zelf kritiek verliezen, zonder nog enige rem. Ongeremd leek afgelopen week ook de angst, de onrust onder Nederlanders van wie volgens een onderzoek de helft(!) bang schijnt te zijn voor een aanslag. Eerlijk gezegd lijkt me dat een tikkeltje overdreven. Natuurlijk kan er altijd van de één of andere kant een aanslag komen. Maar dat kon gisteren, of morgen, of een jaar geleden ook.
Blijf vooral je dingen met passie doen, met overgave. Laat dat van binnenuit, spiritueel krachtig zijn en vol overtuiging. En laat het naar buiten toe voorzichtig zijn, respectvol naar de anderen en daarom een beetje zacht en in ieder geval zonder geweld.
Wat ik bedoel is schitterend en met ingehouden passie verwoord door de schrijver Vonnegut. Ik kwam het deze zomer tweemaal tegen, een denkbeeldig welkom-woord en ook half een waarschuwing aan de baby’s die geboren worden:
“Hallo baby’s, welkom op aarde. Het kan hier heet zijn in de zomer en ook koud in de winter.
Het is hier allemaal rond en dampig en nogal vol met mensen. Je krijgt mogelijk wel honderd jaar.
Er is slechts één regel, waar ik van weet, baby’s, verdomme nog aan toe: gij zult aardig zijn!”.
Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta
PS. Het citaat komt uit God bless you, Mr. Rosewater:
… There’s only one rule that I know of, babies -:
… ‘”God damn it, you’ve got to be kind.”‘.