Verlichting of Koninkrijk van God

10 oktober 2018 door

Twee weken geleden noemde ik enkele overeenkomsten tussen Jezus en Siddharta, Boeddha en Christus (zie: http://www.fenixkerk.nl/nieuws/). Gelijkenis of affiniteit proef ik ook in het einddoel dat door de beide stromingen wordt nagestreefd. Boeddha predikte verlichting, Jezus het Koninkrijk van God. De spirituele gelijkenis is wellicht niet direct duidelijk, want bij “verlichting“ denk je misschien vooral aan een ideaal voor dít leven, terwijl “Koninkrijk van God” op het eerste gehoor lijkt te slaan op een gewenste werkelijkheid in het leven hierna. Boeddha zou zich dan meer hebben bekommerd om het leven hier en nu, terwijl Christus ons meer op het hiernamaals zou wijzen. Maar ik denk dat deze voorstelling niet klopt; dat beide zich hebben bekommerd, zowel om de “wereld van hier en nu” als om de “wereld die komt”. En ook dat beide geen scheiding maakten tussen mijn “persoonlijke heil” en “het heil van de ander”. Eerder denk ik dat beide die scheiding in zekere zin wilden opheffen. Dit kan ik duidelijk maken aan de hand van de vraag hoe je de toestand van hetzij verlichting dan wel Koninkrijk van God kunt bereiken?

Wat moet ik doen om het te krijgen?

Deze vraag werd ooit aan Jezus gesteld door een rijke jonge man. Hij vroeg: “goede meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven van Gods Koninkrijk te verwerven”? (zie o.a. Marcus 10). Wel, zei Jezus, leef volgens de geboden, heb je naaste lief als je zelf, en respecteer God boven alles. De jongeman antwoordde dat hij dat altijd had gedaan. Niet stelen, niet moorden, je ouders verzorgen enz.: die dingen beschouwde hij als de normaalste zaak van de wereld. Waar hij eigenlijk om vroeg was of er niet nog iets speciaals was dat hij kon doen. Nou, dat kon Jezus wel waarderen, hij keek de jongeman liefdevol aan en zei: “Eén ding ontbreekt je nog. Verkoop alles wat je hebt, geef het aan de armen, en sluit je bij me aan. Dan vind je de hemelse rijkdom waar je naar zoekt”. Oef! Wie dit verhaal kent, weet dat de jongeman in het verhaal hiervoor terugschrikt en afhaakt. Maar wie het verhaal van Boeddha kent, weet dat die als jonge prins Siddharta juist wél en precies dát heeft gedaan wat Jezus voorstelde: nl. al zijn rijkdom achter zich laten en zo naar de hemelse schat te streven van ‘onthechting’ en ‘verlichting’. En wat betekent dat dan? Om hier iets aan te reiken, laat ik een tekst volgen uit de tentoonstelling “Het leven van Boeddha, de weg naar nu” (thans te zien in: De Nieuwe Kerk in Amsterdam). En daarna iets van de apostel Paulus. In beide gevallen is iemand bevrijd van de kluisters van zijn oude ‘ik’.

Het gaat om wat het met je doet

De vroegere prins Siddharta werd verlicht nadat hij uiteindelijk ontwaakte uit een diepe trance. Op dat moment bereikte hij het inzicht waarnaar hij jaren had gezocht:
Hij ziet alle fysieke en mentale verschijnselen opkomen en weer verdwijnen;
het wordt hem duidelijk dat in deze wereld niets op zichzelf, onafhankelijk van al het andere, kan bestaan.
Daardoor beseft hij dat er niets is waaraan hij zich blijvend kan vasthouden.
En dát betekent weer dat er in de mens geen onveranderlijke, persoonlijke wezenskern te vinden is, geen eeuwig ‘zelf’.
Alle zelfzucht in hem dooft uit en hij raakt vervuld van liefdevolle welwillendheid, mededogen met alle levende wezens.
Hij bereikt de totale verlichting. Hij is nu de ontwaakte, hij is nu: de Boeddha.

Voorbij je oude ego-zelf

De apostel Paulus (Galaten 2,20) schreef ook relativerend over zijn persoonlijke wezenskern. Voor hem kwam dat doordat hij Christus had leren kennen, met als gevolg:
Mijn oude ik is als het ware mét Christus gestorven. Daarom leef ik niet meer volgens mijn oude zelf.
Anders gezegd: in wezen leef ik  niet langer volgens mijn oude ego-zelf,
want in zekere zin is het nu Christus, die leeft in mij.

                                                                                               Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta