Werken op zondag

15 juli 2024 door

Dat ding “fret alles op”

Afgelopen zondag had ik dienst in Wijnaldum, dat is een klein dorp tussen Harlingen en Franeker. Het was onderdeel van mijn eerste standplaats als predikant in de 80-er jaren, Sexbierum.
Later, in 1996 hebben we iets buiten Wijnaldum een huis kunnen verwerven aan de Elfstedenroute. Plus een halve hectare land, vorig jaar, waar een 16-soortig weidemengsel in is gezaaid. En in februari wat rijen met Populieren, Iepen, fruit en nootbomen. Plus een kleine 250 stokjes van de vlier, vuilboom, esdoorn, meidoorn, sleedoorn en zo nog wat meer. Dat weidemengsel wordt echter gedomineerd door Rode Klaver. En dat is me toch een agressief gewas! Het staat bijna tot aan je heupen, zodat al die geplante stokjes van genoemde boomsoorten ten onder dreigen te gaan.

Kortom daar moet met grof geweld worden geklepeld, om ruimte te scheppen voor het kwetsbare plantgoed. Maar enkele weken terug was er al iemand met een klepelmaaier in vastgelopen, de machine begon te roken en niet veel later hadden de V-snaren het begeven. Een bevriende boer in Sexbierum moest uitkomst bieden. Hij heeft een wat sterker type klepelmaaier waarvan hij al eens had gezegd: Dat ding “fret alles op”. Nou daar moest ik wezen.

Een mens zonder wachtlijst

Dus ging ik zondag na de dienst in Wijnaldum bij hem op bezoek. Hij was niet in de kerk geweest, en daar moest ik hem – catechisant van 35 jaar geleden – natuurlijk wel even op aanspreken. Het was half twee en zijn jongste zoon van 19, die net op was, liet mij binnen.

We dronken “een bakje” en ik legde hem mijn probleem voor, waarop hij direct bereid was om even mee te gaan en te zien wat of er moest gebeuren. Inderdaad, zei hij op het land, hier kon zijn machine wel uitkomst bieden. “Zal ik mijn zoon vragen of die nu direct even tijd heeft? Dan hebben we dat maar weer gehad  … of  …. mag dat niet? Omdat het vandaag zondag is. ….”. Hij zei het half gekscherend, half serieus: “Jo binne Dumnie vansels …”.

Op dit punt kon ik hem gelukkig geruststellen, waarop hij zijn zoon belde, student aan de Hogere Landbouwschool te Dronten, die inmiddels was bekomen van de avond ervoor. Diezelfde zondagmiddag nog, is er flink geklepeld en huisgehouden in het Rode Klaverland, waarin nu weer paden zijn en ruimte voor het bijkans ondergesneeuwde plantgoed.
“Dan hebben we dat maar weer gehad”, zei hij. Wat heerlijk toch!!! Mensen zonder wachtlijst!

Werken op zondag ?

Ja, dat was nog wel even een vraag. In de tijd dat ik in Sexbierum werkte, speelde dat veel sterker. Mag een boer op zondag aardappels rooien, als voor de maandag regen is voorspeld?
Mijn antwoord was:

Alles wat door de week verboden is, mag ook op zondag niet.
En: alles wat door de week is toegestaan, mag je ook op de zondag doen.

Sterker nog: op de zondag is er iets ANDERS – iets EXTRA’s – dat je óók mag doen,
náást en bíj́ al het andere; en waarvoor je door de week vaak geen tijd hebt, niet aan toe komt.

En dat is: eens even stilstaan, ruimte maken en aandacht hebben voor je eigen innerlijk;
de rust zoeken, tijd en aandacht besteden aan je spirituele binnenkant, je sociale omgeving, de mensen om je heen.
Dat kan natuurlijk op allerlei manieren en de Kerk is daar één van.

Dus op zondag is er NIET MINDER toegestaan, maar MEER!.

Oh, zei hij toen, wil je dit niet ook es vertellen aan Berend, die jou straks komt helpen?!

Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta