Zelfcompassie

1 maart 2019 door

Over enkele weken (17/3) is de uitvoering/viering van het Projectkoor en ik ben al hard bezig om gedachten te verzamelen rond het thema: Heb u zelve lief. Stuit ik toch afgelopen weekend op het schone woord: zelf-compassie. Hoe is ‘t mogelijk! Misschien kende je het al, maar ik had er nog nooit van gehoord. Zelf-compassie! Ik vond het in een krantje van het Dominicanerklooster in Huissen, dat geheel aan het thema is gewijd. Nu moet ik wel bekennen dat sommige stukjes mij toch wel een ietwat wee-ig gevoel gaven. Tsjonge, je kunt het ook wel hee-eel erg gevoelig maken met jezelf. Maar ik trof er ook een mooi gedicht aan van Martinus Nijhof, dat ik hieronder laat volgen. Ik proef erin dat je het eenvoudige geluk toch vaak het beste heel dicht bij huis kunt zoeken. Zelf compassie is ook zoiets als de kunst om van je feitelijke leven te houden; het gewone bestaan van alledag. Waarderen, genieten van de werkelijkheid die jou elke dag ten deel valt. Natuurlijk, met dat ik dit schrijf, denk ik ogenblikkelijk aan mensen wier bestaan helemaal niet zo genietelijk is. Dus dat voorbehoud wil ik direct erkennen. Dan nog, probeer eens of je niet toch ook iets van eigen geluk kunt terug herkennen in dit oude sonnet van Nijhof. Het is getiteld “Holland”. In ieder geval kun je er de prachtige streek, het mooie gebied van de oude gemeente Niedorp in herkennen, zich strekkende van Kolhorn en (Lutje-)Winkel, via t-Veld, Moerbeek en Zijdewind tot Nieuwe en Oude Niedorp. Daarbij Haringhuizen natuurlijk niet vergetend, evenmin als de Horn van Barsinger.
…                                                                                                                     Hartelijke Groet, ds. Fokko F. Omta

Boven mijn hoofd hebt gij uw lucht gebreid:
Een hemel, rijk van zon en wijd van wind –
Terwijl ik juichend door de ruimten schrijd,
Of aan uw borst lig als een drinkend kind.

Rood van verlangen, bonzende van vragen,
Ging weer een stuwen door mijn bloed, als breede
Dorpen aan uwe glanzende einders lagen,
En slooten weiden in figuren sneden.

Het avondlicht zinkt door de vensters binnen.
De bruine meubels denken aan elkaar,
Een stervend woord wil overal beginnen –

‘t Eenvoudig leven Gods is diep en klaar:
Een man in blauwen kiel en een vrouw in een
Geruiten rok en witten boezelaar.

PS Een boezelaar is een oud woord voor schort
(= kledingstuk dat je in de keuken draagt)